Artikel 1. Naam en zetel

  • 1.1 De vereniging is genaamd: Hengelsportvereniging Wilnis.

  • 1.2 De vereniging heeft haar zetel te Wilnis.

Artikel 2. Doel

  • 2.1 De vereniging heeft ten doel:

    1. het bevorderen van de sportvisserij als sportieve recreatie;
    2. het beschermen, in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de visstand;
    3. het behartigen van de belangen van de sportvisserij in de ruimste zin van het woord alsmede die van de bij de vereniging aangesloten leden in het bijzonder.
  • 2.2 De vereniging tracht dit doel, zowel zelfstandig als in samenwerking met andere belangenorganisaties op het terrein van de sportvisserij, te bereiken door:

    1. het kopen, huren of op andere wijze, met of zonder lasten, verkrijgen van vis- en looprecht, viswater, terreinen, opstallen en middelen die de beoefening van de sportvisserij kunnen bevorderen;
    2. te streven naar wettelijke regelingen en overheidsmaatregelen, waarbij de belangen van de sportvisserij worden gewaarborgd;
    3. het bevorderen, in stand houden en verbeteren van een milieu dat aan het beoefenen van de sportvisserij zoveel mogelijk kansen biedt;
    4. het goed beheren van de visstand en het viswater, het uitzetten van vissoorten die voor de sportvisserij en/of het milieu van belang zijn of kunnen zijn en het zoveel mogelijk op peil houden van de visstand;
    5. alle wettige middelen welke de doelstelling van de vereniging kunnen bevorderen.

Artikel 3. Leden

  • 3.1 De vereniging kent:

    1. leden;
    2. jeugdleden;
    3. ereleden;
    4. begunstigers.
  • 3.2 Leden zijn zij, die op een januari van het lopende boekjaar veertien jaar of ouder zijn.

  • 3.3 Jeugdleden zijn zij, die op een januari van het lopende boekjaar jonger zijn dan veertien jaar.

  • 3.4 Ereleden zijn zij die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de vereniging daartoe zijn benoemd. Ereleden worden op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering benoemd. Ereleden hebben alle uit artikel 5 voortvloeiende rechten en verplichtingen met uitzondering van financiële verplichtingen.

  • 3.5 Begunstigers zijn zij, die zich tegenover de vereniging hebben verbonden tot een periodieke bijdrage in geld, goederen of diensten zonder daarvoor een tegenprestatie te vragen. De minimum bijdrage in geld wordt vastgesteld door het bestuur. Begunstigers kunnen met toestemming van het bestuur de ledenvergaderingen bijwonen. Zij hebben geen kiesrecht/stemrecht.

  • 3.6 Waar in deze statuten wordt gesproken van "lid" of "leden", wordt daaronder leden, jeugdleden en ereleden verstaan, tenzij het tegendeel blijkt.

Artikel 4. Lidmaatschap en toelating

  • 4.1 Het lidmaatschap is persoonlijk.

  • 4.2 Het bestuur beslist over de toelating van een lid. Minderjarigen kunnen alleen worden toegelaten, als zij in het bezit zijn van een schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordiger. Bij niet-toelating kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.

  • 4.3 Een jeugdlid wordt zonder nadere formaliteiten lid met ingang van een januari van het jaar volgend op het jaar waarin dit jeugdlid de leeftijd van veertien jaar bereikt.

  • 4.4 Bij toelating tot het lidmaatschap ontvangt het lid een lidmaatschapsbewijs.

Artikel 5. Rechten en verplichtingen van de leden

  • 5.1 Het lidmaatschap van de vereniging geeft de leden het recht:

    1. deel te nemen aan de ledenvergaderingen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen;
    2. gebruik te maken van alle door de vereniging geboden faciliteiten op het gebied van de hengelsport, neergelegd in de statuten, het huishoudelijk reglement en/of besluiten van de vereniging;
    3. deel te nemen aan door de vereniging, al dan niet in samenwerking met een andere hengelsportvereniging of een overkoepelende organisatie, georganiseerde wedstrijden en andere activiteiten;
    4. een lidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming om te vissen, te ontvangen. Deze bescheiden blijven eigendom van de vereniging.
  • 5.2 De leden zijn verplicht:

    1. de statuten, het huishoudelijk reglement en de besluiten van de vereniging na te leven;
    2. voor zover niet anders is bepaald, uiterlijk binnen één maand na de aanvang van het lidmaatschap het inschrijfgeld te voldoen;
    3. de jaarlijkse contributie voor leden te voldoen op de daarvoor in het huishoudelijk reglement vastgestelde wijze en tijdstippen;
    4. zich te onthouden van de in het huishoudelijk reglement opgenomen overtredingen en de voorwaarden van de schriftelijke toestemming (vergunning) na te leven;
    5. te voldoen aan de verzoeken van de controleurs zoals vermeld in artikel 17 en aan hen op eerste verzoek het lidmaatschapsbewijs en/of schriftelijke toestemming om te vissen af te geven;
    6. het lidmaatschapsbewijs en/of de schriftelijke toestemming om te vissen dan wel andere bescheiden of spullen van de vereniging op eerste verzoek van het bestuur aan het bestuur af te geven;
    7. tot nakoming van de verplichtingen die door de vereniging in naam van de leden zijn aangegaan.
  • 5.3 Een lid kan de toepasselijkheid te zijnen opzichte van een besluit van het bestuur of van de ledenvergadering waarbij de verplichtingen van de leden, -verplichtingen van geldelijke aard en/of van andere aard-, zijn verzwaard door opzegging van zijn lidmaatschap niet uitsluiten.

  • 5.4 Alle stukken bestemd voor de vereniging, haar bestuur en overige organen en de namens haar optredende personen kunnen worden verzonden naar het daartoe door het bestuur bekend gemaakte adres van het secretariaat.

Artikel 6. Einde van het lidmaatschap

  • 6.1 Het lidmaatschap eindigt:

    1. door overlijden;
    2. door opzegging door het lid;
    3. door opzegging door de vereniging; de vereniging kan het lidmaatschap slechts opzeggen in het geval een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet, niet tijdig of niet volledig nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
    4. door ontzetting; ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  • 6.2 Opzegging van het lidmaatschap door de vereniging geschiedt door het bestuur.

  • 6.3 Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden tegen het einde van het boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden. Het lidmaatschap kan in ieder geval onmiddellijk worden beëindigd indien redelijkerwijs van het lid of van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  • 6.4 Een opzegging in strijd met artikel 6.3, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd.

  • 6.5 Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing.

  • 6.6 Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie of splitsing als bedoeld in titel 2.7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 6.7 Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.

  • 6.8 Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de vereniging op de grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap, met opgave van de redenen, in kennis gesteld. Hem staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit, beroep op de algemene vergadering open. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Het lid heeft het recht zich in de algemene vergadering waarin het beroep wordt behandeld, te verantwoorden.

  • 6.9 Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

Artikel 7. Register van leden

  • 7.1 Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden worden opgenomen, met vermelding van de datum waarop zij het lidmaatschap hebben verkregen.

  • 7.2 Ieder lid is verplicht zijn adres aan het bestuur op te geven.

  • 7.3 Het register wordt regelmatig bijgehouden.

Artikel 8. Geldmiddelen en contributie

  • 8.1 De geldmiddelen van de vereniging bestaan uit de contributies van de leden, bijdragen van begunstigers, opbrengsten van activiteiten van de vereniging en alle overige wettig verworven baten.

  • 8.2 De leden zijn gehouden tot het betalen van een contributie. Zij kunnen daartoe in categorieën worden ingedeeld die een verschillende contributie betalen. Ereleden zijn niet contributieplichtig.

  • 8.3 De contributie wordt jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering.

  • 8.4 Het bestuur kan in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing verlenen van de verplichting tot het betalen van de contributie.

  • 8.5 Wanneer het lidmaatschap wordt beëindigd in de loop van het boekjaar is de volledige contributie over dat jaar verschuldigd. Het bestuur kan besluiten tot gedeeltelijke restitutie op grond van bijzondere omstandigheden.

  • 8.6 Erfstellingen mogen door de vereniging niet anders worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving.

  • 8.7 Het Huishoudelijk Reglement kan bepalingen bevatten terzake van door leden in voorkomende gevallen aan de vereniging verschuldigde schadeloosstellingen en boeten.

Artikel 9. Verbintenissen

Het bestuur is bevoegd verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden. De verbintenissen behoeven de goedkeuring van de algemene vergadering.

Artikel 10. Bestuur

  • 10.1 Het bestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste negen bestuurders. Is het aantal bestuurders minder dan drie, dan blijft het bestuur volledig bevoegd; het bestuur neemt alsdan onverwijld maatregelen tot aanvulling van het aantal bestuurders.

  • 10.2 Slechts natuurlijke personen kunnen bestuurder zijn.

Artikel 11. Benoeming van bestuurders

  • 11.1 Het bestuur wordt uit de leden benoemd. Ten hoogste één bestuurder kan evenwel buiten de leden worden benoemd.

  • 11.2 De benoeming van bestuurders geschiedt door de algemene vergadering.

  • 11.3 De benoeming van een bestuurder geschiedt uit een of meer bindende voordrachten. Zowel het bestuur als tien of meer leden zijn bevoegd tot het opmaken van een bindende voordracht. De voordracht opgemaakt door het bestuur wordt vermeld in de oproeping tot de algemene vergadering waarin de benoeming onderwerp van behandeling zal zijn. Een voordracht opgemaakt door tien of meer leden moet vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.

  • 11.4 De algemene vergadering kan echter aan elke voordracht steeds het bindend karakter ontnemen bij een besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.

  • 11.5 Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene vergadering aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering in de benoeming vrij.

  • 11.6 Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.

Artikel 12. Aftreden, defungeren, schorsing en ontslag van bestuurders

  • 12.1 Een bestuurder treedt af volgens een door het bestuur vast te stellen rooster van aftreden. Een wijziging in het rooster kan niet meebrengen dat een bestuurder tegen zijn wil moet aftreden voordat de termijn waarvoor hij is benoemd, verstreken is. Een bestuurder treedt uiterlijk af op de dag van de eerstvolgende algemene vergadering na afloop van drie jaren na zijn laatste benoeming. Een aftredende bestuurder kan worden herbenoemd.

  • 12.2 Een bestuurder die uit de leden is benoemd defungeert door het eindigen van zijn lidmaatschap van de vereniging.

  • 12.3 Bestuurders kunnen te allen tijde door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen.

  • 12.4 Indien de algemene vergadering een bestuurder heeft geschorst, dient de algemene vergadering binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing van de schorsing; bij gebreke daarvan vervalt de schorsing.

  • 12.5 Een bestuurslidmaatschap eindigt eveneens:

    1. door bedanken;
    2. door overlijden;
    3. door het ontstaan van een situatie waarin de bestuurder het vrije beheer over zijn vermogen verliest.

Artikel 13. Taak, taakverdeling, bevoegdheden en besluitvorming van het bestuur

  • 13.1 Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.

  • 13.2 Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die tezamen het dagelijks bestuur vormen. De functies van secretaris en penningmeester zijn verenigbaar.

  • 13.3 Het bestuur kan de commissies instellen die het voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig heeft. Het bestuur bepaalt de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de commissies.

  • 13.4 Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het sluiten van overeenkomsten en het maken van afspraken met betrekking tot vis- en looprechten.

  • 13.5 Het bestuur vergadert zo dikwijls een bestuurder dit wenselijk oordeelt. Iedere bestuurder heeft één stem. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Staken de stemmen, dan is het voorstel verworpen.

  • 13.6 Besluitvorming van het bestuur kan op andere wijze dan in een vergadering geschieden, mits met algemene stemmen en de stemmen schriftelijk of langs elektronische weg worden uitgebracht.

Artikel 14. Goedkeuring van bestuursbesluiten

  • 14.1 Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen of op andere titel in eigendom verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
    De besluiten omtrent zulke handelingen behoeven evenwel de goedkeuring van de algemene vergadering. De goedkeuring geldt mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen.

  • 14.2 Het bestuur behoeft eveneens goedkeuring van de algemene vergadering voor besluiten tot:

    1. het aanvragen en beëindigen van een lidmaatschap van een overkoepelende organisatie tot welk belangengebied de vereniging behoort alsmede aan de leden van de vereniging verplichtingen op te leggen waartoe zodanig lidmaatschap de vereniging verplicht;
    2. het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen tot een bedrag of waarde welke door de algemene vergadering wordt vastgesteld;
    3. het aangaan van overeenkomsten waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
    4. het ter leen verstrekken van gelden, alsmede het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verleend bankkrediet;
    5. het sluiten en wijzigen van arbeidsovereenkomsten.
  • 14.3 De algemene vergadering kan besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Zulke besluiten moeten duidelijk worden omschreven en schriftelijk aan het bestuur worden medegedeeld.

  • 14.4 Het ontbreken van de goedkeuring van de algemene vergadering op een besluit als bedoeld in artikel 14.2 en 14.3 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of bestuurders niet aan.

Artikel 15. Vertegenwoordiging

  • 15.1 Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt, behalve aan het bestuur, mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders, onder wie in elk geval de voorzitter, de secretaris danwel de penningmeester.

  • 15.2 In alle gevallen waarin een bestuurder een belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de vereniging te vertegenwoordigen.

  • 15.3 Het bestuur kan een of meer functionarissen met algemene of beperkte doorlopende bevoegdheid tot vertegenwoordiging aanstellen. Ieder van hen vertegenwoordigt de vereniging met inachtneming van de grenzen aan zijn bevoegdheid gesteld. De titel van zodanige functionarissen wordt door het bestuur vastgesteld.

Artikel 16. Algemene vergaderingen

  • 16.1 De jaarlijkse algemene vergadering wordt gehouden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar. In ieder geval worden de volgende onderwerpen op de agenda voor deze vergadering geplaatst:

    1. de behandeling van het jaarverslag;
    2. de behandeling van het verslag van de commissie, bedoeld in artikel 21.3, en de benoeming van de commissie voor het volgende boekjaar, indien dat artikel van toepassing is;
    3. de goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten met de toelichting;
    4. de decharge van de bestuurders voor hun bestuur over het afgelopen boekjaar.

    Deze onderwerpen behoeven niet op de agenda te worden geplaatst indien de termijn voor het overleggen van het jaarverslag door de algemene vergadering is verlengd of een voorstel daartoe op de agenda is geplaatst.

  • 16.2 Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of deze statuten verplicht is.

  • 16.3 Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in de algemene vergadering, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veel gelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de vergadering en het opstellen van de notulen. Aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek wordt voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd.

Artikel 17. Oproeping

  • 17.1 Leden worden tot de algemene vergadering opgeroepen door het bestuur of een bestuurder.

  • 17.2 De oproeping tot een algemene vergadering geschiedt door middel van oproepingsbrieven gericht aan de leden aan de laatstelijk aan het bestuur opgegeven adressen. Indien het lid hiermee instemt, kan de oproeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de vereniging is bekend gemaakt.

  • 17.3 De oproeping vermeldt de te behandelen onderwerpen en de plaats en het tijdstip van de algemene vergadering. Onderwerpen die niet in de oproeping zijn vermeld, kunnen op dezelfde wijze worden aangekondigd met inachtneming van de voor oproeping gestelde termijn.

  • 17.4 De oproeping tot een algemene vergadering geschiedt niet later dan op de vijftiende dag vóór die van de vergadering.

Artikel 18. Voorzitter, secretaris en notulen

  • 18.1 De voorzitter van het bestuur treedt als zodanig ook op bij de algemene vergadering. De voorzitter van het bestuur kan echter, ook indien hij zelf ter vergadering aanwezig is, een ander in zijn plaats als voorzitter aanwijzen. Bij afwezigheid van de voorzitter van het bestuur, zonder dat hij een ander in zijn plaats als voorzitter heeft aangewezen, benoemen de ter vergadering aanwezige bestuurders een van hen tot voorzitter. Bij afwezigheid van alle bestuurders benoemt de algemene vergadering zelf haar voorzitter. De secretaris van het bestuur treedt als zodanig ook op bij de algemene vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris van het bestuur wijst de voorzitter de secretaris aan.

  • 18.2 Tenzij van het ter vergadering verhandelde een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, worden daarvan door de secretaris van de vergadering notulen gehouden. Notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de vergadering.

  • 18.3 De voorzitter van de vergadering en iedere bestuurder kan te allen tijde opdracht geven tot het opmaken van een notarieel proces-verbaal van het ter vergadering verhandelde, op kosten van de vereniging. Het notarieel proces-verbaal wordt medeondertekend door de voorzitter van de vergadering.

Artikel 19. Toegang en vergaderrechten

  • 19.1 Alle leden die niet geschorst zijn, hebben toegang tot de algemene vergadering en zijn bevoegd daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Alle bestuurders die geen lid zijn en niet geschorst zijn, hebben toegang tot de algemene vergadering en hebben als zodanig in de algemene vergadering een raadgevende stem. Een geschorst lid en een geschorste bestuurder die geen lid is heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.

  • 19.2 Een stemgerechtigd lid, met uitzondering van een jeugdlid, kan aan een ander stemgerechtigd lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd. Een lid kan aldus hooguit twee andere leden vertegenwoordigen.

  • 19.3 De voorzitter van de vergadering beslist omtrent de toelating van andere personen tot de algemene vergadering.

Artikel 20. Stemrecht en besluitvorming

  • 20.1 In de algemene vergadering heeft ieder lid dat niet geschorst is, één stem. Blanco stemmen en ongeldige stemmen worden als niet uitgebracht aangemerkt.

  • 20.2 In de algemene vergadering kan het stemrecht van jeugdleden slechts worden uitgeoefend door een wettelijke vertegenwoordiger.

  • 20.3 Alle besluiten waaromtrent bij de wet en deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.

  • 20.4 De voorzitter bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande dat, indien een van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt, stemming over benoeming, schorsing en ontslag van personen bij gesloten ongetekende briefjes geschiedt.

  • 20.5 Heeft bij een stemming omtrent een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkregen, dan vindt een nieuwe vrije stemming plaats. Heeft ook in dat geval niemand de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij een herstemming, daaronder niet begrepen de nieuwe vrije stemming, wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij de voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan een persoon uitgebracht, dan beslist het lot op wie van die personen bij de volgende stemming niet meer kan worden gestemd. Staken de stemmen bij een stemming tussen twee personen, dan beslist het lot. Staken de stemmen bij een stemming tussen twee personen die op een bindende voordracht zijn geplaatst, dan is evenwel de persoon die als eerste op de voordracht voorkomt, benoemd. Staken de stemmen bij een andere stemming, dan is het voorstel verworpen.

  • 20.6 Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

  • 20.7 Bij de vaststelling in hoeverre de leden stemmen, aanwezig zijn of vertegenwoordigd zijn, wordt geen rekening gehouden met leden die ingevolge de wet of deze statuten geen stem kunnen uitbrengen.

Artikel 21. Boekjaar en jaarverslag

  • 21.1 Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 21.2 Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen dan wordt daarvan onder opgaaf van reden melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.

  • 21.3 Tenzij omtrent de getrouwheid van de stukken aan de algemene vergadering wordt overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, benoemt de algemene vergadering jaarlijks een kascommissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten met toelichting en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen. Vereist het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de kascommissie zich door een deskundige doen bijstaan, op kosten van de vereniging.

Artikel 22. Controle

  • 22.1 Tenzij het bestuur kiest voor een andere werkwijze of op basis van een besluit van een overkoepelend orgaan verplicht is tot een andere werkwijze, wordt de controle op en aan het viswater waarvan de vereniging het visrecht heeft, door het bestuur opgedragen aan één of meer door het bestuur daartoe aangewezen controleurs.

  • 22.2 Het bestuur stelt het aantal controleurs vast en reikt aan hen – al dan niet door tussenkomst van een andere (overkoepelende) organisatie – een legitimatiebewijs uit.

  • 22.3 Een controleur wordt benoemd voor onbepaalde tijd en kan op elk moment uit die functie worden ontheven door het bestuur.

  • 22.4 De controleurs controleren op de naleving van de bepalingen van de Visserijwet 1963 en de daarop gebaseerde overheidsvoorschriften en de voorwaarden van de door of namens de vereniging uitgegeven toestemmingen, alsmede de overtredingen welke zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement.

  • 22.5 Houders van toestemmingen zijn verplicht de door of namens de vereniging uitgereikte toestemming(en) en andere bescheiden op eerste aanvraag aan een controleur te overhandigen ter controle.

  • 22.6 De controleurs zijn verplicht zich bij een controle behoorlijk te legitimeren.

  • 22.7 In het huishoudelijk reglement kunnen met betrekking tot controles en controleurs nadere regels worden opgenomen.

Artikel 23. Statutenwijziging en ontbinding

  • 23.1 In deze statuten kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. Een besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen bij een meerderheid van ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.

  • 23.2 Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.

  • 23.3 De artikelen 23.1 en 23.2 zijn niet van toepassing indien in de algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.

  • 23.4 De vereniging wordt ontbonden door een daartoe strekkend besluit van de algemene vergadering.

  • 23.5 De artikelen 23.1 tot en met 23.3 zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.

Artikel 24. Vereffening

  • 24.1 Indien de vereniging wordt ontbonden door een besluit van de algemene vergadering, wordt haar vermogen vereffend door de bestuurders, indien en voor zover de algemene vergadering niet anders bepaalt.

  • 24.2 De algemene vergadering stelt de beloning van de vereffenaars vast.

  • 24.3 De vereffening geschiedt met inachtneming van het daaromtrent in titel 2.1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalde. Tijdens de vereffening blijven deze statuten, voor zover mogelijk, van kracht.

  • 24.4 De algemene vergadering bepaalt de bestemming van het batig liquidatiesaldo van de vereniging, welke bestemming zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de vereniging dient te zijn.

  • 24.5 Nadat de vereniging heeft opgehouden te bestaan, blijven de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging gedurende zeven jaren berusten onder degene die daartoe door de vereffenaars is aangewezen.

Artikel 25. Huishoudelijk reglement

De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen. Het reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten.

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.